Borgelink-molen

Er staan nummers in de molen en je kunt hier onder kijken waar het bij hoort.

  1. 1. Roede
  2. 2. Wiek
  3. 3. Halslager
  4. 4. Bovenwiel
  5. 5. Bovenas
  6. 6. Schijfloop
  7. 7. Vang
  8. 8. Kruiwerk
  9. 9. Wipstok
  10. 10. Luiwerk
  11. 11. Spil
  12. 12. Spoorwiel
  13. 13. Steenspil
  14. 14. Maalwerk
  15. 15. Meelpijp
  16. 16. Stellingdeur
  17. 17. Staart
  18. 18. Schoor
  19. 19. Kruiwiel
  20. 20. Invaartdeur
  21. 21. Schoor
  22. 22. Stelling
  23. 23. Luitouw

 

Wieken draaien altijd linksom. Je moet er dan wel voor staan. Ze weten niet precies waarom.

In het buitenland kom je zo af en toe molens tegen die rechtsom draaien

 

Loper en ligger

Je hebt een loper en een ligger. de loper is de bovenste steen de onderste steen is de ligger daar tussen word de graan gemalen. Het meel word in zakker opgeslagen aan een kant. De loper draait en de ligger staat stil.